Pelan Pelan Bali

Bali is een Indonesisch eiland ten oosten van Java en ten westen van Lombok. Het is het westelijkste van de Kleine Soenda-eilanden. Het eiland meet 5561 km² en telt 3.216.881 inwoners (2002). Bijna 90% behoort tot de autochtone bevolking, de Balinezen, die grotendeels hindoes zijn en Balinees spreken. De hoofdstad is Denpasar. Tot 1958 was de hoofdstad Singaraja. 

Voor de Tweede Wereldoorlog vestigde zich een aantal Europese schilders op het eiland, waaronder Walter Spies. Zij lieten zich inspireren door de Balinese kunst maar die kunst onderging op haar beurt westerse invloeden, met name in het houtsnijwerk en de schilderkunst.

Bali maakt deel uit van de Republik Indonesia (waarvan het grondgebied aanvankelijk weliswaar tot Midden-Java beperkt was) sinds het ontstaan van die republiek (1945). Bali is de 27e provincie (propinsi). Het is de grootste toeristische trekpleister van het land.

In onze eeuw vonden er twee bomaanslagen met veel doden plaats op het eiland. De eerste was op 12 oktober 2002 in het nachtlevendistrict van de zeer toeristische plaats Kuta. Hierbij vielen 202 doden en 209 gewonden. Op 1 oktober 2005 werden er opnieuw in Kuta aanslagen gepleegd maar ook in het toeristische vissersdorp Jimbaran. Er ontploften drie bommen waarbij enkele tientallen doden vielen.

Talen

Bali heeft een eigen taal: het Balinees (Bahasa Bali). Het Balinees Maleis, eveneens een Malayo-Polynesische taal, wordt er ook in grote getale gesproken. Ook is er sprake van de Balinese Gebarentaal die maar in één dorp gebruikt wordt.

In Bali is totaal geen sprake van een enorme talendiversiteit zoals men die op Nieuw-Guinea terug vindt. Naast de drie bovengenoemde talen worden er alleen nog maar enkele belangrijke immigrantentalen gesproken. Het Indonesisch en het Mandarijn zijn hier voorbeelden van.

Interessant gegeven over de Bahasa Bali is dat deze taal 3 verschillende 'niveaus' kent. Deze niveaus zijn gerelateerd aan het Balinese Kaste-systeem. Dit kaste-systeem wijkt in veel af van dat in India.

Religie

Hoewel in de meeste delen van Indonesië de bevolking overwegend moslim is, hangt de meerderheid van de Balinezen een vorm van het Hindoeïsme aan. Dit Balinese Hindoeïsme (Hindu Dharma, Agama Hindu) bestaat uit een combinatie van bestaande Balinese mythologieën en invloeden van het Hindoeïsme uit Zuid- en Zuidoost-Azië.

Verdeling van religies op Bali:

  • Hindoeïsme - 93%
  • Islam - 5.2%
  • Christendom - 1.2%
    • Protestantisme - 0.7%
    • Rooms-katholicisme - 0.5%
  • Boeddhisme - 0.6%

De Agama Hindu loopt als een rode draad door het hele leven van de Balinees. Dit wordt onder meer duidelijk zichtbaar door de dagelijkse offers bij de vele (huis)tempels, voor de winkels op de stoep enzovoort. Het hele leven van de Balinees wordt gerelateerd aan de de kalender van 210 dagen. Aan het begin van ieder Balinees jaar (Balinese maankalender) vindt Nyepi (de Dag van de Stilte) plaats.

Kaste-systeem

Het kaste-systeem maakt nog steeds een wezenlijk deel uit van het leven op Bali. In tegenstelling tot het kaste-systeem in India bestaat het systeem op Bali uit 4 kasten, de zogenaamde Varna's:

  • Brahmana – de kaste van de priesters (de naam van de persoon begint met Ida Bagus (m) / Ida Ayu (v))
  • Ksatria – de kaste van de koningen en de adel (de naam van de persoon begint met Anak Agung, of Cokorda / Tjokorde Gde voor mannen en Tjokorde Istri voor vrouwen)
  • Wesia – de kaste van de handelaren (de naam van de persoon begint met I Gusti)
  • Sudra – de kaste van de man in de straat (90% van de Balinezen)

Aan iemands naam is zodoende te horen van welke kaste hij komt. Communicatie tussen deze kasten vindt plaats door gebruik te maken van verschillende versies van de Balinese taal (Basa Bali) namelijk 'hoog' Balinees, 'middel' Balinees en 'laag' Balinees. Voordat men weet met welke kaste men te maken heeft wordt er gebruik gemaakt van een meer neutralere versie van het Balinees. Als eenmaal is vastgesteld met welke kaste men te maken heeft wordt de passende taalversie gebruikt. Zelfs tussen vrienden wordt hier nog rekening mee gehouden.
Het is niet meer zo dat de kaste het beroep bepaalt. Uitzondering hierop is Brahmana. De pendanda ((hoge-)priester) kan alleen uit deze kaste afkomstig zijn.

Bestuurlijke indeling

Bali is te verdelen in diverse regentschappen en één stedelijke gemeente:

  • Badung
  • Bangli, Districtshoofdstad is Bangli
  • Buleleng, Districtshoofdstad is Singaraja
  • Denpasar, de enige gemeente op dit eiland en provincie. Denpasar is tevens de hoofdstad van Bali.
  • Gianyar met de culturele steden Batubulan, Celuk, Sukawati, Batuan Bali, Mas, Peliatan, Pengosekan en Ubud
  • Jembrana, Districtshoofdstad is Negara
  • Karangasem, Districtshoofdstad is Amlapura
  • Klungkung, Districtshoofdstad is Semarapura (voorheen: Klungkung)
  • Tabanan, Districtshoofdstad is Tabanan

Geografie

Het eiland wordt overheerst door het vulkanisch gebergte. Sommige vulkanen zijn nog steeds actief. Het letterlijk hoogtepunt is de Gunung Agung met een top van 3142 m boven de zeespiegel. De Gunung Batur, vlakbij het Danau Batur, is 1717 m hoog met een krater van 11 km en 180 m diep.

Bali wordt van Java gescheiden door de ondiepe Straat Bali, die op het smalste punt slechts 8 km breed is. De bredere Straat Lombok vormt de scheiding met Lombok. Ten noorden ligt de Balizee, in het zuiden de Indische Oceaan.

Steden en plaatsen

Denpasar is de hoofdstad van Bali. Enkele culturele steden zijn Batubulan, Celuk, Sukawati, Batuan Bali, Mas, Peliatan, Pengosekan en Ubud.

Bekende toeristensteden zijn Sanur, Kuta, Legian, Jimbaran, Bukit Badung, Nusa Dua.

Toerisme

Het eiland is populair onder toeristen door de prachtige stranden, het natuurschoon met prachtige terrasvormige rijstvelden en vulkanen, de vele monumenten waaronder de duizenden Balinese tempels en de specifieke Balinese cultuur, zoals de tempelspelen, gamelanmuziek en de danskunst.
Door de bomaanslag van 2002 heeft het toerisme op het eiland een ernstige inzinking moeten verwerken. Het begon juist weer op te krabbelen toen de bomaanslagen van 2005 plaatsvonden. De eerste bomaanslag vond plaats in het zeer toeristische Kuta, het grootste uitgaanscentrum van Bali.

Bezienswaardigheden

Enkele bezienswaardigheden zijn:

  • Pura Tanah Lot, tempel op een rots in zee 
  • Gunung Kawi, complex van in de rotsen uitgehouwen candi's 
  • Goa Lawah, vleermuizengrot 
  • Pura Besakih Moedertempel, bevindt zich op de hellingen van Gunung Agung 
  • Klungkung, paleis 
  • Goa Gajah, olifantsgrot 
  • Danau Batur 
  • Lovina, Dolfijnen 
  • duikplaatsen zoals Tulamben en Menjangan
  • Nationaal Park
  • Taman Nasional Bali Barat

Cultuur

Dans en muziek zijn erg belangrijk in het dagelijkse leven, maar zeker ook in het spirituele. De Balinese dansen worden ondersteund door gamelanmuziek. Daarnaast worden alle festiviteiten in de tempel door gamelanmuziek ondersteund. Ook is er veel schilderkunst, textiel en houtsnijwerk waarmee de kunstzinnigheid en creativiteit van de Balinees wordt onderstreept en benadrukt. Naast eerder genoemde kunstuitingen worden er ook veel sieraden van goud- en zilverwerk gemaakt.

Eten en drinken

Bali kent een uitgebreide, eigen keuken. Om een klein beetje een idee te krijgen wat dit inhoudt zou men kunnen refereren aan bijvoorbeeld de Indische gerechten. Toch is de Indische keuken niet representatief voor het echte Balinese eten.

Naamgeving op Bali

Op Bali is het gewoonte om de kinderen volgens een bepaalde volgorde namen te geven.
Het eerste kind krijgt de naam Wayan of Putu, het tweede Made of Kadek, het derde Nyoman of Komang en de vierde Ketut. Daarna begint het weer opnieuw. Het vijfde, zesde, zevende achtste en negende heten dus achtereenvolgens weer Wayan, Made, Nyoman, Ketut en weer Wayan.
Om niet in de war te raken wordt er aan deze naam ook nog een andere naam gegeven.
Om een onderscheid te maken in het geslacht wordt er bij mannen 'I' voor geplaatst en bij de vrouwen 'Ni'. Ni Nyoman Puspa Dewi is dus een vrouw, en het derde (of zevende, of...) kind. I Ketut Yuliantara is dus een man en het vierde (of achtste, of...) kind.

Verkeer en vervoer

De luchthaven van Bali is Luchthaven Ngurah Rai.

Veel wordt gebruik gemaakt van lokaal vervoer via grotere en kleine bussen. Ook zijn er veel scooters.

Literatuur over Bali

Over de cultuur van Bali en de natuur zijn veel boeken verschenen. Van deze boeken wordt Dance and Drama in Bali geschreven door Beryl de Zoete en Walter Spies en uitgegeven in 1938 beschouwd als een klassieker.

Het boek "Island of Bali" (1937) van Miguel Covarrubias wordt beschouwd als dé Bali-bijbel. In dit boek vindt een nauwkeurige beschrijving plaats van het leven in Bali, dagelijks en spiritueel. Een klein informatief boekje over de godsdienst van Bali werd geschreven door Freek L. Bakker onder de titel Balinees hindoeïsme (Kampen: Kok 2001). Zeer informatief zijn ook "Bali, poort naar de tuin der goden" door Rudolf Mrázek en Bedrich Forman (Alphen a/d Rijn: Atrium 1986) en "The Peoples of Bali" van Angela Hobart, Urs Ramseyer and Albert Leemann (Oxford: Blackwell 1996).

Het eiland komt ook in de verhaalliteratuur veel voor. Johan Fabricius situeerde er zijn romantisch-tragische Eiland der demonen (1941), verhaal van een onmogelijke interraciale liefde. Over de oorlog van 1906 gaat Liebe und Tod auf Bali (1937) van Vicki Baum. Ewald Vanvugt publiceerde over hetzelfde onderwerp in 1987 De val van Bali. De derde herziene druk hiervan, uitgegeven in 2006 onder de titel De verovering van Bali, is aangevuld met een nieuw nawoord en bevat foto's van de ooggetuige H.M. van Weede. Duco van Weerlee vestigde zich in de tachtiger jaren van de vorige eeuw op het eiland, en schreef een groot aantal korte stukjes over zijn bevindingen, die werden gebundeld in onder meer Indische koortsen (1988) en Blauwe palmen (1990).

 

Bron: wikipedia.nl

 

You have no rights to post comments